Terug

Schrijf de goede vorm van het werkwoord op in de zin [3]

Schrijf de goede vorm van het werkwoord op in de zin [3]

 

Vul de juiste vorm in van het werkwoord tussen haakjes. Gebruik de verleden tijd.
 

 

Iedere dag jogde ik door het park en genoot ik van de frisse lucht. (joggen)